afb.
De voet van de kandelaar rust op drie bolvormige poten. Boven deze poten bevinden zich vlakjes die met een bladmotief versierd zijn. Op drie zijden van de hoge voet bevinden zich, in reliëf, de symbolen van Geloof, Hoop en Liefde. De conische stam is aan de onderzijde met een bladmotief versierd; aan de bovenzijde bevindt zich een dergelijk motief dat bestaat uit opgesoldeerde zilveren plaatjes. Hierboven bevindt zich een kleine cylindervormige nodus die zowel aan de onder als aan de bovenzijde begrensd wordt door een kleine parelrand. Boven een glad tussenstuk bevindt zich een vetganger, die aan de onderzijde met een bladmotief versierd is en aan de bovenzijde van een geschulpte rand is voorzien. | 77 |
Jan van Laarhoven, Zingende kathedraal (1974) 77 (nr. 74)